Vertalingen eigen maken NL>ES
eigen maken (ww.) | adquirir (ww.) ; adueñarse de (ww.) ; alzar (ww.) ; apoderarse de (ww.) ; aprender (ww.) ; apropiarse (ww.) ; captar (ww.) ; comenzar (ww.) ; conseguir (ww.) ; cursar (ww.) ; encender (ww.) ; estallar (ww.) ; estudiar (ww.) ; obtener (ww.) ; recibir (ww.) ; seguir estudios (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `eigen maken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanlerenNL: iets bemachtigenNL: kopenNL: lerenNL: oppikkenNL: opstekenNL: verkrijgenNL: verwerven